Er is geen vrouwenbeweging meer. Af en toe
staat een klein groepje op, maar er is geen
collectief onrustgevoel. Veel vrouwen hebben
individueel onbehagen over bijvoorbeeld
de moeite die het kost om werk en gezin te
combineren, het feit dat mannen zo weinig
in huis doen, de barrières die ze in hun werk
tegenkomen. Maar een collectief onbehagen
ontbreekt’, aldus Hedy d’Ancona in Trouw
(Kooke, 2008).