De slaapkamer, meer nog dan de andere kamers in huis, zegt iets over de personages, over hun levensstijl. Bijvoorbeeld in ANNIE HALL (W. Allen, USA, 1978) heeft de held een verhouding met drie zeer verschillende vrouwen: de intellektuele vrouw heeft een slaapkamer met televisie; de stadsgeluiden verhinderen Allen te slapen en zelfs te vrijen. De gepolitiseerde hippie leeft in een slaapkamer vol met boeken op en rond het (koperen) bed; Annie Hall tenslotte heeft een kamer met een mooi uitzicht op de Hudson River.