Rijksuniversiteit Groningen
Rugbalk
Reacties op DEZE pagina Abonneren op email bij wijziging 23 Jan 2003

Siemon Reker: De Perfester mit zien Mac

Frank den Hollandermailto:f.j.den.hollander@ub.rug.nl

Siemon Reker is hoogleraar Groninger taal en cultuur en streektoalfunctionoaris van de provincie Groningen. In maart hield hij zijn oratie: een verhandeling over het Gronings tussen het hedendaagse en de oudste grammatica geschreven in 1825 (in het Latijn!) door Jan Sonius Swaagman.
Pictogram zocht het hoofd en bijna enige personeelslid van het Bureau Groninger Taal en Cultuur op om eens te informeren naar diens gebruik van de verschillende universitaire ICT-voorzieningen. Reker bleek een dankbaar gebruiker van het elektronische bibliotheekaanbod, maar verrassender was dat we hier te maken hebben met een in RUG-kringen zeldzame Mac-gebruiker!

Siemon Reker met zijn i-Book

Het werd een lang en geanimeerd gesprek.

//   Ik ben niet helemaal in mijn eentje het Bureau Groninger Taal en Cultuur hoor! Er zijn meer medewerkers, al zijn ze niet allemaal even zichtbaar. Er is een parttime secretaresse, drietiende, en Jurjen van der Kooi, van de afdeling volkskunde, is bezig met een sprookjesboek. Dat wordt een schitterend boek, een standaardwerk met een verzameling van Groninger sprookjes, met inleidingen en annotaties.
Inmiddels is er een notitie van de provincie waarin staat dat ze meer willen met het Bureau, alleen is nog niet duidelijk hoe de relatie met de universiteit daarin komt te liggen. Ze willen een Huis voor de Cultuur buiten de universiteit. Dat vind ik logisch en "een beetje dom". Logisch om te zeggen: we willen zelf iets, maar het is dom om niet een hele duidelijke link met zoveel knowhow, zoveel mensen, zo'n infrastructuur te leggen.

Ik ben redelijk vroeg begonnen met de computer. In 1985, 1986 schreef Shoji Yoshikawa, de programmeur bij Letteren, al een hele stapel programma's voor mij, waardoor gegevens van correspondenten ingevoerd konden worden en geanalyseerd.. Ik moest dan via een hele ingewikkelde syntax opdrachten geven en kon dan weglopen van mijn IBMmetje, want dan was hij tien minuten aan het rekenen. En dan moest ik nog geluk hebben dat niet al te veel mensen op het netwerk zaten, want anders kon het ook een halve dag duren.
Yoshikawa was een Japanner, dus dat gaf interessante contacten, want zijn Engels was evenmin perfect als het mijne, en het ging over een onderwerp waar ik weinig van wist, namelijk computers. Hij woonde in Sebaldeburen. Dat gaf een speciale band?

Ik had zelf een pc. Bij Regionale Agronomisch Historische Studi뮠(het RAHS) was collega Ebeling de eerste, die ging met ponskaarten op het Rekencentrum dingen doen, en heeft op basis daarvan een retrograde namenlijst van Drentse familienamen gemaakt (dus gealfabetiseerd van de laatste letter naar de eerste). Later heb ik twee vergelijkbare lijsten van Groningen en Friesland gemaakt, waardoor het familienamenbestand uit 1947 voor het hele Noorden retrograde beschikbaar was en morfologisch interessant benaderbaar. Ebeling deed dat toen met een typiste en met ponskaarten; ik kon dat een paar jaar geleden iets makkelijker doen.
Ik was er vrij vroeg bij omdat mijn onderzoek vrij complex was. Ik liet ongeveer vijfhonderd correspondenten opschrijven wat zij zeiden tegen allerlei woorden, vervoegingen et cetera, en dat gaf dus heel veel gegevens. Dat is heel mooi, maar moeilijk te benaderen. Wanneer je bijvoorbeeld wilt weten wat jongere vrouwen in Oost Groningen zeggen in vergelijking met oude mannen in het Westerkwartier? als je dat in een kaartenbak hebt, ben je echt een paar weken bezig met 驮 kwestie.

Maar hier heeft de tijd mij geweldig geholpen. Het omslagpunt voor mij lag buiten de faculteit, priv鬠toen ik een Gronings zakwoordenboek maakte, in 1988. Mijn uitgever had er een zogeheten pre-press afdeling bij, en daar werkten ze vanzelfsprekend met een Apple Macintosh. Toen heb ik ook een Mac gekocht, een oude Plus. Als je een programma opstartte moest je twintig keer met schijfjes heen en weer, echt de oude doos. Maar ik vond zo'n Mac wel heel plezierig; ik kon het ook vergelijken met de IBM die we hier op het werk hadden. In overleg met die uitgever, Klaas Staal uit Veendam, heb ik toen Excel gekozen als databaseprogramma. Dat was oorspronkelijk voor de Mac, en dat vind ik nog steeds een werkelijk fameus programma.
We hadden toen zestienduizendzoveel regels, en ik weet niet hoeveel honderd kolommen, dus we konden echt geweldig veel. Ik vond het werkelijk fantastisch, een h驲lijk programma! Ik heb het wel eens vergeleken met het op de fiets rijden door de stad. Als je in een auto door de stad gaat dan zie je stoplichten en ander verkeer en verder niks. Maar op de fiets kun je rondkijken!

Ik wist: dat wil ik weten, nou, dan sorteer ik het op die manier. Tegenwoordig kun je op drie of vier factoren sorteren, dat kon toen nog niet, dus moest je bedenken: eerst sorteren, dan naar die regels toe waar het gesorteerde stond, dan weer opnieuw sorteren, gewoon een paar stappen zetten, een hele ontdekking.
In het verlengde van dat woordenboek heb ik iets met telwoorden gedaan en in het verlengde daarvan heb ik mijn proefschrift geschreven. Ik kan rustig zeggen dat mijn dissertatie er in 1989 twee jaar sneller is gekomen dan wanneer ik geen computer en Excel tot mijn beschikking zou hebben gehad. Het proefschrift ging over het werkwoordsysteem van het Gronings en hoe het werkwoord 'hoeven' zich daarin voegde.

Een Mac op de RUG?

Ik had toen inmiddels een Mac op mijn werk; omdat ik een derdegeldstromer was en ben was daar speciaal subsidie voor en dat kon niet zo gauw tegengehouden worden! Bij talen met aparte tekensystemen, zoals Slavistiek en Semitistiek was het trouwens ook wel geaccepteerd, maar verder is er duidelijk een anti-Mac-beleid. Ik kan me daar best wel iets bij voorstellen hoor, laat dat duidelijk zijn, ik ben helemaal geen Mac-evangelist, maar ik vind het nog steeds z󠰬ezierig.

Uiteraard heeft het praktische nadelen. Iedere medewerker krijgt dagelijks wanneer hij inlogt mededelingen op zijn scherm. Die krijg ik niet op mijn Mac! Dus alle mogelijke interessante vacatures gaan aan mijn neus voorbij.
Voor de e-mail heb ik Eudora. Pegasus Mail werkte niet, en ik vond Eudora vanaf het begin heel aangenaam en plezierig om mee te werken. Ik zit gewoon op het netwerk, maar haal mijn mail dus binnen met Eudora. Netwerkbeheer heeft ook vanaf het begin gezegd dat ik geen enkele ondersteuning kan verwachten. Ik wil daar ook helemaal niet over klagen, ben daar ook mee akkoord gegaan. Ook bij de aanschaf van deze computer, extern gefinancierd, is vanaf het begin gezegd: als er wat mee is, ga je er zelf maar mee naar de firma waar je hem gekocht hebt, daar doen we niks aan. Ze hebben natuurlijk wel geholpen met de aansluiting hoor, ze zijn uiterst vriendelijk, maar verder is het: red je zelf.

Ik heb hier nu ook een i-Book (een Macintosh laptopcomputer, red.). Prachtige vormgeving, bescheiden op mij Bureau, ik kan hem dichtklappen en in mijn eigen rugzakje gewoon meenemen naar huis. Wat wil ik nog meer?

Een probleem

Ik heb dus zelden problemen met mijn Macs, behalve een paar jaar geleden, toen mijn Performa definitief is vastgelopen. Ik weet dus echt niet waar ik daarmee naar toe zou kunnen. Er was een firma in de stad en die is inmiddels al weer vertrokken; er schijnt ergens een firma in Zeeland te zijn die ze repareert.
Nu maak ik nauwkeurig back-ups, ook als ik thuis werk, ik mail alles heen en weer. Maar op die Performa had ik allerlei lezingen en bestanden van gegevens die ik had uitgezocht van correspondenten, dus die zal ik toch echt van die harde schijf af moeten zien te krijgen. Zo'n firma die de Performa kan repareren is niet voldoende; ze moeten zelfs ook een harddisk van hetzelfde type hebben, schijnt het. Mijn secretaresse is wel eens op onderzoek uit geweest, maar als je erg druk bent heeft dat niet de grootste aandacht. Het zou nu wel een keer moeten.

De Volkskrant

Er is 驮 interessant bestand waar ik graag op wil wijzen, en dat zijn de oude jaargangen van De Volkskrant op cd-rom die je via het bibliotheeknetwerk kunt raadplegen - zij het niet vanaf de Mac. Voor taalkundig onderzoek zijn die ideaal!
Taalstudie heeft onder andere te maken met feiten. Feiten verzamelen kan heel lastig zijn. Je kunt je die oude dialectologen en taalkundigen voorstellen, altijd met een papiertje bij zich, alles opschrijvend, en als je dat dan vergelijkt met de mogelijkheid om op een cd-rom te zoeken! Ik heb eens een keer uitgezocht hoe vaak het woord 'doch' voorkomt in vergelijking met 'maar'. Ik kwam er achter dat doch voornamelijk nog gebruikt werd in combinatie met twee adjectieven links en rechts. Dus 'een eenvoudige doch voedzame maaltijd'. Daar kom je niet direct op wanneer je dat moet turven als je het toevallig eens tegenkomt. Die mogelijkheid om dat zo op te zoeken, dat is werkelijk fameus!

Wat doet men met Groninger of Groningse? Dat zijn leuke dingen. Die cd-rom's waren aangeschaft voor historici en studenten journalistiek, die konden dan makkelijk naar dingen kijken. Ik zou het betreuren als zoiets niet meer mogelijk was.
Het gaat wel over het Nederlands, maar ik heb daardoor wel geleerd nader te denken over een dergelijke database voor het Gronings. Ik heb het grote woordenboek van K. ter Laan nu in mijn computer zitten! Daar kan ik dergelijk onderzoek in gaan doen. Het gaat bijvoorbeeld om betekenisontwikkeling. 

>  Ik ben geen Mac-evangelist, maar ik vind het z󠰬ezierig!  <

 

Wat ik zo ook kon ontdekken was de betekenisontwikkeling in een woord als marchanderen. Iedereen die Frans heeft gehad weet dat het oorspronkelijk de betekenis had van handelen, op de markt staan, dingen, vooral aan het eind van de markt. Vervolgens werd het dus: afdingen op de regels, de regels niet zo nauw nemen. Dat is echt een actuele ontwikkeling, en waar gebeurt dat dan? Vooral in de sport! Scheidsrechters marchanderen. Als je zoiets in gedrukte kranten gaat bijhouden, doe je ongelofelijk veel moeite voor iets waarvan de uitkomst ongewis is, waarvan je niet weet of het wel iets oplevert. En dit is gewoon een kwestie van een kwartiertje, in de lunchpauze.

Bibliotheekvoorzieningen

Ik vind het heel plezierig dat je dag en nacht, zeven dagen in de week, titels kunt controleren en opzoeken in de catalogus. Alleen het enorme gemak dat je je boeken kunt reserveren en ze liggen klaar! Vroeger moest je bij die vriendelijke meneer Scheepvaart toch een briefje invullen, en zat je toch een poosje op je boek te wachten.

Ik ben zeer terughoudend in het maken en bijhouden van een eigen website. Afgezien van de technische hulp van mijn zoon, die Informatica doet, zou ik heel andere hulp nodig hebben. Dat moet up-to-date gehouden worden, en ik ben als de dood dat mensen in Nieuw Zeeland dan die website vinden en gaan vragen wanneer ze cursus Kloosterbuursters voor beginners kunnen krijgen, en wat dat kost! Zo'n website voor het Bureau zou alleen maar werk opleveren, en irritatie en stress bij mezelf oproepen. Ik wil dat wel ontzettend graag nog eens met behulp van de provincie gaan doen, ik denk dat daar enorme kansen liggen. Een verhaal van Ede Staal op de website, Engelse vertaling erbij, lijkt me fantastisch!

Maar nu nog niet.

Nieuwsgroepen, dat is soms wel een heel prachtig systeem. In de Commentatio van Jan Sonius Swaagman, ter gelegenheid van mijn oratie vertaald en uitgegeven, stond aan het eind een bepaalde Latijnse zin, en ik had echt de indruk dat het een spreekwoord of een citaat van iets was. Toen heeft iemand voor mij die zin in een citatenvorsersgroep gepost, en als je dan na een paar dagen geen reactie hebt, durf je zekerder daar aan voorbij te gaan; hier heb ik echt niets gemist. En ben ik dan abuis, dan ben ik abuis in commissie.
Ik zit zelf bij 驮 nieuwsgroep, iets met woordenboeken. Dat is wel grappig. Vorige week viel het iemand in Friesland op dat ze al vroeg in de achttiende eeuw het woord 'neuken' aantreffen, en hij vraagt dan: is dat niet wat erg vroeg? En als je dan ziet met welk een enthousiasme taalkundigen daar en masse op reageren? Dat heeft niks met preutsigheid te maken, maar ik heb volgens mij wel iets anders te doen. Ik volg het op afstand en ben blij dat ik die mailtjes vervolgens snel kan weggooien.  //

Siemon Rekers meest recente publicaties:

Jan Sonius Swaagman's Commentatio over het Groninger dialect (1827) / opnieuw uitg. en uit het Latijn vert. ; Siemon Reker (red.) ; m.m.v. J. de Wit [basisvert.]. Groningen : Bureau Groninger Taal en Cultuur, RUG, 2002
Uitg. n.a.v. de ambtsaanvaarding van S.J.H. Reker als bijzonder hoogleraar in de Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen 5 maart 2002
ISBN: 90-805857-2-6
Aanvraagnummers: 44B 6692 Magazijn, Zaal Letteren ulet 392S 003

Vrij gelijkvormig, en allen daar door niet on䡮genaam / Siemon Reker. [Groningen] : Bureau Groninger Taal en Cultuur, RUG, 2002
Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen
ISBN: 90-805857-3-4
Aanvraagnummer: UB BM 49099 Magazijn

Deze en andere publicaties van Siemon Reker zijn aan te vragen via de Catalogus van de RUG-bibliotheken.

Begin pagina


index Pictogram 2